10 december 2021
Hendrick Avercamp is geboren in Amsterdam maar verhuisde al na één jaar naar Kampen. Toen Hendrick van zijn moeder les kreeg in schrijven, kwam zij erachter dat haar zoon doofstom was. Hierdoor kreeg Hendrick de bijnaam: ‘de Stomme van Kampen’. Dit betekende dat hij niet kon spreken en hoogstwaarschijnlijk doof was. Door deze beperking wilde het schrijven niet erg lukken. Tekenen ging hem daarentegen een stuk beter af. De jonge Avercamp had hierdoor ook een manier gevonden om zijn gevoelens en gedachten te uiten.
De pest speelde een grote rol in het leven van Hendrick. Zo overleden zijn broer, vader en een arme kunstenaar (waar hij op jonge leeftijd tekenles van kreeg) aan deze ziekte. In 1603 trok Avercamp in bij een oom van zijn moederskant. Deze woonde in Amsterdam. Hier ging hij onder andere in leer bij Pieter Isaacsz en de landschapsschilders Gillis van Coninxloo en Pieter Bruegel de Oude. Toen Hendrick Avercamp een jaar of 22 was, verhuisde hij weer naar Kampen. Hier bleef hij werkzaam tot zijn dood op 49-jarige leeftijd.
Avercamp is de geschiedenisboeken ingegaan als de grote meester van Hollandse winterlandschappen uit de 17e eeuw. In zijn tekeningen en bekende schilderijen spelen zich voornamelijk winterse, schaatsactiviteiten af. De kans is groot dat de liefde voor dit thema voortkomt uit zijn jeugd. Het leven van Avercamp viel namelijk samen met de laatste periode van de kleine ijstijd. Hierdoor waren de kanalen en meren geregeld dichtgevroren en had Hendrick veel plezier op het ijs.
Met name in de eerdere werken van Avercamp zijn de lessen die hij heeft gekregen van Pieter Bruegel de Oude goed terug te zien. Zo is de horizon op de meeste schilderijen hoog, en zijn er veel figuren te zien die ergens mee bezig zijn. Ook zijn er veel anekdotische, soms zelfs ietwat ondeugende, details terug te vinden. Naarmate Avercamps leven vorderde, begonnen de sfeer en stemming een grotere invloed te krijgen op zijn schildertechniek. Hierbij schilderde hij de horizon steeds wat lager waardoor er meer lucht zichtbaar was. Tot slot maakt Hendrick met regelmaat gebruik van een repoussoir: hierbij wordt in de voorgrond van het kunstwerk een voorbeeld geplaatst. Hierdoor wordt de illusie van diepte gecreëerd.
Er zijn van Hendrick Avercamp nog zo’n honderd schilderijen te bewonderen. Deze zijn tentoongesteld in onder andere het Rijksmuseum, het Mauritshuis en het Stedelijk Museum.
Enkele bekende werken:
Winterlandschap met ijsvermaak – Hendrick Avercamp ca. 1608 | Rijksmuseum
IJsgezicht met jager die een otter toont – Hendrick Avercamp ca. 1625 | Rijksmuseum
IJsvermaak bij een stad– Hendrick Avercamp ca. 1620 | Rijksmuseum